- Je bent ten minste 50 jaar;
- Je hebt belangstelling voor de doelgroep;
- Je bent gemotiveerd om je kennis van het Nederlands of een vreemde taal te delen met iemand die deze taal beter wil spreken;
- Je bent geïnteresseerd in andere culturen;
- Je bent initiatiefrijk en zelfstandig;
- Je neemt graag deel aan de activiteiten voor teambuilding en deskundigheidsbevordering die Gilde Utrecht enkele malen per jaar organiseert.
Taalvrijwilliger worden
Voor deelnemers en vrijwilligers van het programma NT2 organiseert Gilde Utrecht twee keer per jaar een Taaltref en voor de vrijwilligers is er eenmaal per jaar een overleg- en scholingsbijeenkomst. Je hoeft geen deskundige te zijn. Je bent erg welkom als je je herkent in het profiel:
Opmerkelijk
Tijdens mijn samenspraak met een mevrouw uit India wandelen we door de winkelstraat. Op de gevel van mijn slager staat “diervriendelijke slager” en ik vraag haar of zij een idee heeft wat dit betekent. Ja hoor, dat betekent dat honden daar naar binnen mogen en een plakje worst krijgen. Sindsdien moet ik altijd heel even aan die Indiaase mevrouw denken als ik bij de slager naar binnen stap. (Annemarie Aarnoutse)
Ervaringen van taalvrijwilligers
Rob Heerdink, Taalvrijwilliger Gilde Utrecht sinds 2009
Wat waardeer je het meest bij dit vrijwilligerswerk?
"Ik heb culturele antropologie gestudeerd en lesgegeven in maatschappijwetenschappen en bedrijfseconomie. Ook werkte ik als docent maatschappijleer (ROC) en mentor Schakelopleiding Hoger Onderwijs (ROC). Ik heb altijd interesse gehad in culturen. Voordat ik via het Gilde aan de slag ging, werkte ik een tijdje bij Vluchtelingenwerk als maatschappelijk begeleider. Als vrijwilliger had ik daar een beetje te veel verantwoordelijkheid voor wat betreft dossiers en contacten met instanties. Zoals het gaat bij het Gilde vind ik het prettiger. Met veel van de taalvragers heb ik nog contact."
Wat zorgt ervoor dat jij en jouw taalvrager goed bij elkaar passen?
"Al mijn taalvragers waren en zijn geïnteresseerd in cultuur en praten graag over globalisering, of ze nu uit Iran, Ethiopië, Syrië of Portugal komen. Voor mij is het belangrijk dat we met plezier over cultuur en geschiedenis kunnen spreken, openstaan voor elkaar en relativeren. Een van mijn taalvragers, een componist uit Iran, houdt van de gedichten van Hafez (een beroemde Perzisch dichter en mysticus in de soefitraditie), maar ook van de boeken en programma’s van Adriaan van Dis. Van hem leer ik van alles over muziek. Graag help ik mensen om zelfstandig te kunnen functioneren. Ik help hen om zich makkelijker uit te drukken in de Nederlandse taal en vertel ze over onze cultuur."
Welk materiaal gebruik je het liefste?
Rob heeft twee boeken meegenomen waar hij weleens iets uit gebruikt, nl 'Bagage: Kennis van de Nederlandse samenleving' (Nelleke Koot) en 'Thema’s Maatschappijleer havo' ( Bas Schuijt e.a.).
"Het is niet zo dat we opdrachten uit de boeken behandelen. Ik doe het soms, als dat belangrijk is voor iemand die zijn spreekvaardigheid wil vergroten. Zo heb ik laatst met mijn Portugese "leerling" het hele maatschappijleerboek voor de havo behandeld. Omdat ik jaren als docent heb gewerkt en inmiddels zoveel ervaring heb, ontstaan de gesprekken vanzelf. Ik gebruik opdrachten uit de boeken als uitgangspunt voor gesprekken."
Waar spreek je af?
"We spreken af bij mijn taalvrager thuis. In het verleden heb ik weleens op de zesde verdieping van het Stadskantoor afgesproken, omdat je daar ‘s avonds rustig kunt zitten, maar in de regel dus thuis. In een enkel geval gaan we ergens heen, zoals naar het Castellum Hoge Woerd om het Romeinse schip te bekijken. Voor wie hierin interesse heeft, zijn dit leuke uitstapjes.
Het meest opmerkelijke wat ik heb gedaan is een Chinese meneer helpen. Deze wilde op hoge leeftijd nog zijn rijbewijs halen, maar had moeite met bepaalde verkeerssituaties. In mijn auto zijn we over een aantal rotondes gereden, waarbij ik hem uitlegde waar hij op moest letten! Uiteindelijk heeft hij, nadat hij heel vaak was gezakt, tóch zijn rijbewijs gehaald. Ik heb nog in zijn rijsimulator gezeten die in zijn snackbar stond. Het lukte mij daar maar niet om een heuveltje op te komen!
Wat lastig kan zijn, is dat je allerlei (grote) cadeaus krijgt aangeboden als dank voor je hulp. In China is het bijvoorbeeld gewoonte cadeaus te geven om de balans te herstellen. Ik heb geleerd een grens te stellen door te zeggen dat we in Nederland zijn en dat hier niet doen."
Heb je tips voor andere taalvrijwilligers?
"Doe een stapje in hun leefwereld zonder belerend te worden. Sta open voor het individu. Hoe laagdrempeliger, hoe toegankelijker en dus ook een grotere kans op verbetering van de spreekvaardigheid. Geef duidelijk aan waar je eigen grenzen liggen als vrijwilliger."
Tekst en beeld: Gitta
Annemarie Aarnoutse is sinds 2009 taalvrijwilliger NT2 bij Gilde Utrecht. Op dit moment is zij de coach van Najat. Hieronder haar antwoord op onze vijf vragen.
Wat vind je het leukste aan het werk?
Ik vind het fascinerend om te zien hoe mensen een nieuw leven opbouwen hier in Nederland. Wat moeten ze daarvoor doen en wat hebben ze gedaan in hun eigen land. Iedere nieuwkomer heeft zijn eigen persoonlijkheid en doet dit dus op eigen manier. Door mijn achtergrond als psycholoog ben ik altijd nieuwsgierig naar wie iemand is. Ik vind het nuttig daaraan bij te dragen door daar met elkaar over te praten.
Wat zorgt ervoor dat Najat en jij een goede match vormen?
Najat is heel leergierig, wil veel weten, vraagt zich af waarom we bepaalde dingen doen of juist laten. Ze is geïnteresseerd in mij en heeft een duidelijke eigen inbreng. Die wederzijdse belangstelling is voor mij belangrijk. Daarnaast komt ze haar afspraken na en komt op tijd.
Welk materiaal gebruik je het liefste?
Ik laat de dingen zien zoals bijvoorbeeld toen we over inrichting of huizen spraken. Dan staan we in de keuken en wijs ik voorwerpen aan. We praten over thema’s zoals wonen, reizen en vervoer. Reizen was favoriet hoewel we beiden niet zo veel reizen vonden we het wel leuk om daarover te praten. We hebben ook foto’s bekeken en erover gepraat. Een keer had ik een foto van Rutte met Trump. Najat herkende Trump maar wist niet wie “die andere man” was. Wel schatte ze in één keer zijn leeftijd en riep uit: “vijftig?” En zo spraken we dan over Nederlandse staatsinrichting en politiek.
Waar spreek je af?
De eerste keer hebben we in de Brasserie van het Bartholomeus Gasthuis afgesproken en daarna bij het Gegeven Paard (Vredenburg). Als Najat informatie of boeken nodig had over een onderwerp, dan spraken we af in de bibliotheek. We zijn een keer bij elkaar thuis geweest. De afgelopen zomer hebben we vier à vijf keer wandelingen gemaakt door de binnenstad en heb ik wat mooie plekjes laten zien van Utrecht. Dat waren leuke wandelingen maar we praten dan minder, we kijken meer naar wat er te zien is.
Heb je tips voor andere taalvrijwilligers?
Heb interesse in elkaar, win vertrouwen en zorg dat de ander zich veilig voelt en gehoord voelt. Fouten maken in de taal mag. Het is belangrijk dat je met elkaar praat, dus niet gaat lesgeven.
DAT GEEFT TE DENKEN ……
In de samenspraak met Najat kwamen we te praten over de begrippen gezellig en gezelligheid. Specifieke, Nederlandse woorden die ook echt bij Nederland horen. “Gezellig? Ik vind Nederlanders helemaal niet gezellig”, zegt zij heel stellig. Ik kijk er van op. Zij vertelt dat zij met een paar vriendinnen op het strand van Scheveningen de verjaardag van één van hen wilden vieren. Lekkere hapjes en drankjes mee en natuurlijk muziek want als er feest is moet er gedanst worden. Andere strandgasten vroegen of ze de muziek uit wilden zetten want zo konden ze niet lezen. Najat vroeg zich af of dat nou een gezellig dagje uit is, op het strand in stilte gaan zitten lezen.
In Syrië woont de familie vaak dicht bij elkaar, in dezelfde straat. Ook met andere mensen in de straat heb je contact. ’s Avonds komt iedereen naar buiten en praat iedereen met elkaar. Als je in Syrië buiten bent, ben je nooit alleen en is er altijd wel iemand waar je een praatje mee maakt. Als je lekker hebt gekookt vraag je de buren of ze mee komen eten.
Dat is gezellig! Toch….
Voortaan vraag ik in de samenspraak eerst maar eens aan de ander wat die onder gezelligheid verstaat.
Tekst en beeld: Gitta
Lenie de Wilde is sinds 2013 Taalvrijwilliger Conversatie Frans bij Gilde Utrecht. Hieronder haar antwoord op onze vijf vragen.
Wat geeft je de meeste voldoening bij dit vrijwilligerswerk?
Ik ben blij dat mijn kennis van het Frans nog van nut is. En natuurlijk houd ik die kennis ook actief bij, met veel plezier trouwens. Maar het belangrijkste is dat veel leerlingen echte vrienden zijn geworden. Zo komen ze bijvoorbeeld op mijn verjaardag. Ook leerlingen die geen les meer hebben, bellen nog en komen langs voor een praatje. Ik ben 85 jaar, maar mijn leerlingen houden me jong.
Wat maakt dat jij en je leerling goed bij elkaar passen?
Dat gaat vanzelf als je echt geïnteresseerd bent in elkaar en in de maatschappij. We praten over de actualiteit, over politiek. En altijd in het Frans, ook als ze een bezoekje komen brengen.
Welk materiaal gebruik je het liefste?
Ik gebruik van alles: grammatica- en oefenboeken, maar ook chansons, nieuwsbulletins van TV5, krantenartikelen, boekjes, noem maar op.
Waar spreek je af?
Hier, bij mij thuis. Ik heb een spierziekte, en veel moeite met lopen. Ik kom mijn huis eigenlijk niet uit. Beter ook van niet, want een tijdje terug was ik buiten op straat gevallen, waarbij ik mijn heup had gebroken. Mijn leerlingen hebben me toen fantastisch geholpen, door boodschappen te doen voor me en nog veel meer.
Heb je tips voor andere taalvrijwilligers?
Mijn advies is om veel over de actualiteit te spreken. Via mijn telefoon krijg ik alles heet van de naald binnen. En verder: vooral geïnteresseerd zijn in je leerlingen.
Na een jaar samenspraak met Najat uit Syrië ben ik in contact gekomen met Nathier uit Irak. In het tweede contact vertelde hij me over sollicitaties die hij had lopen; bij de gemeente, bij Rabobank, bij CapGemini. Het klonk mij op dat moment allemaal wat overenthousiast in de oren.
Maar wat bleek, op basis van zijn ambitie en zijn c.v. is hij door de gemeente bij CapGemini voorgesteld om daar een opleiding JavaScript te gaan doen en in het verlengde daarvan bij CapGemini aan het werk te gaan. De opleiding neemt drie dagen fulltime in beslag. Als CapGemini meent dat zijn Nederlands onvoldoende is, regelen zij voor hem een aanvullende intensieve taalcursus op maandag of dinsdag.
Nathier is samen met 17 andere ‘nieuwe Nederlanders’ uitgenodigd voor een informatie middag bij CapGemini waar een en ander werd verteld over het bedrijf en alle geïnteresseerden drie gesprekjes hadden met medewerkers. Nathier deed dat in het Nederlands en hij kwam daar positief doorheen. Hem werd gevraagd in de dagen daarna online een IQ test, een wiskundetoets, een persoonlijkheidsvragenlijst en een motivatietest te maken. En …. geslaagd! 2 januari start Nathier zijn nieuwe loopbaan. Hij was dolblij.
Ik vind die samenwerking tussen de gemeente en CapGemini fantastisch, een samenwerking tussen twee partijen met drie winnaars.
Ik vrees dat ik het jaar samenspraak met Nathier niet vol zal maken……..
Annemarie Aarnoutse