Hoe en wanneer begon je met onze taal?
Mijn eerste lessen Nederlands kreeg ik na contact met Vluchtelingenwerk. Ik kreeg een Friezin als persoonlijke coach in 2005, met haar ben ik nog steeds bevriend. Bij het Gilde kwam ik onder anderen in contact met Cas de Vries, hij is nog steeds mijn maatje in het Samenspraak-project. Bij Taal doet meer (bureau Alchemist) heb ik ook een persoonlijke coach, hem spreek ik eens per week. En dan is er nog een internationale leesgroep waar ik aan meedoe. Ik vind dat de Nederlandse taal ‘te weinig regels’ heeft, waardoor je soms niet weet hoe je een zin moet maken. En schrijven vind ik moeilijker dan spreken!
Hoe verloopt je leven?
Ik woon aan de Rooseveltlaan in de wijk Kanaleneiland, met mooi uitzicht over het Amsterdam-Rijnkanaal. Ik woon alleen maar ben wel op zoek naar een vrouw. Ik ben voorzichtig, overal zijn goede én slechte mensen. Na mijn islamitische periode ben ik agnost geworden. In Irak kreeg ik een hbo-opleiding tot elektricien, en heb daar ook gewerkt als zzp’er. In Nederland ben ik omgeschoold tot ICT’er en ik specialiseer me in design en netwerkbouw. Ik heb gewerkt bij ActuIT (spreek uit: Actu Ité), maar ben daar gestopt. Nu ben ik op zoek naar nieuw werk.
Waarom ben je gevlucht uit Irak?
Wij woonden in Basra. Mijn moeder, die lerares op een basisschool was, is al overleden in 1991. Met mijn vader, die tolk Engels was, had ik slecht contact. Hij was alcoholist en soms ook agressief. Ik was verlegen en kalm, ik kon daar niet tegenop. Mijn ouders waren niet religieus maar ik bekeerde me tot de Islam. Ik vond een groep vrienden met wie ik activiteiten ontplooide die verboden waren. Wij hielpen b.v. een weduwe van wie de man door aanhangers van Saddam Hoessein vermoord was. Dit werd bekend bij politie en ik moest het land verlaten. Dat kon niet op een legale wijze. Als ik bleef, wachtte mij arrestatie of erger … Ik kwam na een lange gevaarlijke reis als vluchteling naar Nederland, in februari 1998.
Hoe verliep die reis?
Ik wisselde mijn spaarcenten om voor dollars en begon mijn vlucht naar Europa, richting Koerdistan. Een paspoort had ik niet. Soms was ik alleen, soms in een groepje. Met de auto of lopend. We kwamen in Turkije waar Koerden, die ook Irakees spreken, ons konden helpen. We overnachtten op geheime plekken. Ik herinner me zo’n plek boven op een berg tussen de bomen – we hadden de opdracht om stil te zijn. We vonden een boot die ons naar Griekenland bracht, eerst op eilanden: Kastellórizo en toen Rhodos. We voeren in de nacht op een lichtsignaal af, aan land kregen we verdere hulp. Maar alles tegen betaling! Als we door de politie op een eiland gepakt zouden worden, moesten we terug naar Turkije. Uiteindelijk kwamen we in Athene aan, na twee weken lukte het om in een vrachtwagen verder te reizen. Met steekpenningen kwamen we de grens over. Daarna ging het vlotter omdat er geen checkpoints meer waren. Na ca. twee maanden kwam ik in Nederland aan en in een AZC terecht.
Was het makkelijk om een verblijfsstatus te krijgen?
Zeker niet. Ik heb eerst in meerdere AZC’s gewoond. 4,5 jaar verbleef ik hier zonder status, dat was heel frustrerend. Ik had meestal een kleine met een andere man gedeelde kamer, de huiskamer was vol met mensen overal vandaan en met heel verschillend gedrag, waardoor soms onenigheid ontstond. Ik wilde eerst geen Nederlands leren, want mocht toch niets (werken, zelfstandig wonen) door mijn status. Van de rechter moest ik bewijzen dat de politie in Irak mij vervolgde, maar dat kon ik niet. Men mocht mij echter ook niet uitwijzen. Het Generaal pardon van november 2003 kwam als een geschenk uit de hemel. Eind 2004 had ik mijn identiteitskaart, en kon ik in opleiding gaan (computer, Nederlands), eerst nog vanuit AZC Leusden, later had ik een gedeelde flat in Overvecht.
Hoe ziet je toekomst er uit?
Ik leef bij de dag. Ik wil niet te veel denken, want dan spoken de problemen door mijn hoofd. Ik ben een optimist. Ik geniet van tv kijken, lezen en naar muziek luisteren (alle stijlen). Ik tref graag mijn vrienden en ga ook graag de natuur in. Ook doe ik mee aan ‘Internations’ – een organisatie die mensen met een internationale oriëntatie bij elkaar brengt, met twee tot drie activiteiten per maand.
(Dit is een bewerking van het interview dat Aart de Veer met Farkad had en dat in Gilde Utrecht Nieuws van augustus 2019 gepubliceerd is. Foto: Christien Boeles)